De kredietovereenkomst is de basis van een consumptief krediet. Begrippen consumptief kredietKredietsom en kredietlimiet Kredietsom = Het bedrag dat de consument leent en moet terugbetalen. Kredietlimiet = Als de kredietsom variabel is dan is er een kredietlimiet afgesproken. De consument kan tussentijds meer opnemen. Contractbedrag Het contractbedrag is de kredietsom en kredietvergoeding (totale kosten krediet). Looptijd Meestal is de looptijd in maanden beschreven (bijv. 60 maanden). Bij een variabel krediet wordt het eerst opgenomen bedrag en de looptijd beschreven, dit is de theoretische looptijd. Termijnbedrag Het bedrag dat per periode betaald moet worden, is de aflossing en kredietvergoeding (rente). In het begin is de aflossing lager en de kredietvergoeding hoger. Als er meer is afgelost is de kredietvergoeding lager en wordt het aflossingsbedrag in het termijnbedrag groter. Vervroegde aflossing Er kan vervroegd afgelost worden. Bijvoorbeeld om een ander voordeliger krediet te nemen (oversluiten). Er moet soms een boete betaald worden bij vervroegd aflossen, omdat de kredietverstrekker een deel van de kredietvergoeding mis loopt. Dit heet renterestitutie. Niet-nakoming Juridische term. Als het termijnbedrag niet is betaald dan is er sprake van een betalingsachterstand. Er kan een gevolg zijn als er sprake is van niet-nakoming. Kredietvergoeding De rente die betaald wordt het een kredietvergoeding. Een percentage per maand of per jaar. Als er een aflossingsschema is dan wordt het bedrag in euro’s als kredietvergoeding genoemd. Het jaarlijks kostenpercentage (kredietvergoeding) bestaat uit: 1) Rentekosten voor de kredietverstrekker. 2) Overheadkosten kredietverstrekker. 3) Provisie kredietverstrekker indien er een tussenpersoon is. 4) Opslag voor het kredietrisico. 5) Winstopslag. Krediettarief Het percentage van de limiet, kredietsom of de uitstaande schuld. Het krediettarief bepaalt de kredietvergoeding en wordt meestal in een percentage per maand uitgedrukt. Een effectief krediettarief of debetrentevoet maakt de vergelijkbaarheid tussen kredieten overzichtelijker en duidelijker. Het effectieve krediettarief is hoger dan de nominale rente, vanwege de maandelijkse vooruitbetaling van termijnbedragen. Hierdoor ontstaat er een renteverlies voor de lener. Als je per jaar zou betalen dan zou dit achteraf zijn. Per maand betekent dit eerder in kleinere delen betalen (dus renteverlies). Soorten consumptief kredietDe drie belangrijkste consumptieve kredieten die worden onderscheiden zijn:
Aflopend krediet Krediet Kenmerken Soorten Aflopend krediet Er is een aflossingsschema met een bepaalde looptijd met bepaalde bedragen die de schuldenaar moet voldoen. Afgeloste bedragen kunnen niet opnieuw opgenomen worden. Aan vervroegd aflossen zijn meestal kosten verbonden. Aflopend geldkrediet (ook wel persoonlijke lening) De kredietsom kan naar eigen inzicht besteed worden. Er kunnen extra zekerheden gesteld worden, door bijvoorbeeld pandrecht op de aangekochte goederen. Aflopend goederenkrediet (koop op afbetaling) De leverancier levert een product op afbetaling. De consument betaald maandelijks een vast bedrag. Het lijkt hier op een persoonlijke lening. De consument wordt wel direct juridisch eigenaar van het product. Er zijn leveranciers die niet zelf financieren. Er is dan een derde partij die het krediet verstrekt.
Eigendomsvoorbehoud = Een kredietverstrekker kan het juridisch eigendom vereisen bij kredietverstrekking (zoals huurkoop). De consument is dan wel economisch eigenaar (het voordeel van een product / gebruik ). Bij betalingsproblemen kan de kredietverstrekker aanspraak maken op het product. Eigendomsvoorbehoud komt vaak voor bij de financiering van een auto. Slottermijn = Het laatste termijn bij het krediet. Vaak een (aanzienlijk) hoger bedrag. Het kan ter hoogte zijn van de restwaarde van een product (zoals auto). Een consument dient rekening te houden met het slottermijn! Doorlopend krediet Krediet Kenmerken Soorten Doorlopend krediet Er is een maximaal kredietlimiet. Vervroegd aflossen kan. Afgeloste bedragen kunnen opnieuw opgenomen worden. Er is een theoretische looptijd. Kan langer duren bij nieuwe opname Vaak variabele rente. Opnamerestrictienorm kan van toepassing zijn. Dit betekent dat er eerst een x maanden aflossing en rente betaald moet worden voordat er opnieuw een bedrag opgenomen kan worden. Doorlopend geldkrediet Twee partijen (consument en kredietverstrekker). De consument krijgt het geldbedrag op rekening en is vrij besteedbaar. Doorlopend goederenkrediet Drie partijen (consument, leverancier en kredietverstrekker). Er wordt een vast percentage (vaak 2%) van de openstaande saldo betaald. Hierdoor wordt het maandbedrag ieder maand lager. Tenzij er weer geld extra wordt opgenomen. Cardkrediet Een consument koopt goederen of diensten met de creditcard. De creditcard maatschappij staat garant voor betaling aan de leverancier. Charge card = De consument moet gelijk betalen. Meestal maandelijks incasso door de creditcard maatschappij. Er is geen kredietvergoeding van toepassing. Rekening-courant Krediet Kenmerken Soorten Rekening-courant Een rekening-courant krediet is verbonden aan een betaalrekening. Er is een kredietlimiet. Tussentijds aflossen en openen (kosteloos). Salariskrediet Het rood staan op een betaalrekening tot het maximum van het netto-inkomen. Vaak mag de klant niet langer dan 90 dagen rood staan. Krediet op betaalrekening Lijkt op het salariskrediet. Een hoger limiet een lagere rente Minimaal 5% per maand bijschrijven van het kredietlimiet. Levenlanglerenkrediet Iedereen tot 55 jaar kan gebruik maken van het levenlanglerenkrediet. Het levenlanglerenkrediet kan aangevraagd worden bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Er is geen BKR-registratie, net zoals bij de andere DUO lening (studiefinanciering etc.). Er zijn diverse voorwaarden (o.a. leeftijd 30-55 jaar, geen recht op studiefinanciering). Het krediet is van toepassing zolang de opleiding duurt, meestal 4 jaar en is voor HBO en WO maximaal € 10.030,20 (MBO max € 5.685,-). Aflossing is maandelijks en maximaal 15 jaar, o.b.v. gezamenlijk inkomen (lener en partner). |